Een vermetele bewoner van Exloo deze windvaan; een Andringa in Drenthe :
De fietstocht van een paar Andringa’s.
Gevonden tussen allerlei vakantieboeken vond ik een reisverslagje met tekeningen van Sjoerd Andringa (ZG2114), die samen met Janke Andringa-v.d.Heide op de fiets in 1951 van Haarlem naar Krähwinklerbrücke reisde.
Hoewel de kinderen Jinse 6 jr. en Elske 2,5 jr. met beppe Hinke thuisbleven, gingen hun “heit” en “mem” op vakantie.
Opvallende dingen in vergelijking met nu, ruim 60 jaar later, volgen hieronder:
Fietsen en overnachten in jeugdherbergen (o.a. Blaricum, Veenendaal, Ubbergen) en slapen op een gescheiden meisjes- en jongenszaal als getrouwd stel. Corvee doen ongeacht je leeftijd. Geld voor een B&B of hotel was er vlak na de oorlog niet.
In Amsterdam waren ze de weg kwijt en liepen een politiebureau binnen om de weg te vragen.
Een opmerking van Sjoerd over het gedrag van de forensen van Naarden richting Amsterdam op de fietspaden: “Die Gooi-gangers denken dat ze heer en meester zijn op het fietspad. Wat gedragen die zich lomp en brutaal!”
Overnachten in een oud legerkamp, dat in gebruik was als een jeugdherberg (600 bedden). ’s Avonds liederen zingen en er was een heuse versterkings-installatie bij het volksdansen.
Verder met een gierpont oversteken naar Opheusden. In Elst (bij Arnhem) was men de kerktoren aan het repareren, die beschoten was geweest door de Duitsers.
Vanaf Nijmegen weer op de fiets naar de grens met Duitsland. Bij de Nederlandse grenspost verliep de contrôle van de paspoorten en deviezenboekje vlot. Bij de Duitse post, moest er een formulier ingevuld worden, omdat ze een cheque bij zich hadden en dat gaf wat misverstand. De bagage werd gedegen gecontroleerd en mochten toen pas de grens over.
Met de trein door Duitsland. Zelf de fietsen in en uitladen. De goederenwagon was een “omgebouwde”personen trein (een kwestie van een paar banken eruit halen). De prijs van Kleve naar Lennep kostte 0,90 pfennig.
In Kranenburg en Kleve was er veel beschoten en vernield. Het gaf een trieste indruk. Het stationnetje van Kleve was een toonbeeld van naoorlogs defaitisme.
In de trein tussen Krefeld en Düsseldorf raakten ze in gesprek met een paar Duitsers, die klaagden over het kolentransport naar het zuiden. Sjoerd wreef hen in, dat ze niet vergeten waren wat er in de oorlog was gebeurd.
De presentjes, die werden meegenomen voor de bezoekjes aan vrienden, familie en kennissen onderweg, waren: chocolade repen, ’n flesje eau de cologne, doosje Haagse hopjes voor de kinderen enz.
Een paar dagen logeren bij familie in het Duitse Radevormwald en de verwondering over de omgeving en natuur.
Een brief werd naar de kinderen en beppe Hinke geschreven over de planning van thuiskomst.
Een hele onderneming in die tijd zonder de moderne communicatiemiddelen en de “tomtom” van onze tijd.
Bewerkt door Elske Hoep-Andringa.
Tekeningen van Sjoerd Andringa
“Zo begin je een familie stichting ……..