Herman Andringa, oud-voorzitter Andringa Stichting
Onze eerste familieleden, de Andringa’s, liepen al over het sompige Friese land in de vijftiende eeuw. De Andringa Stichting, speciaal opgericht om de geheimen van het verleden te ontrafelen, is nog jong! Want, wat stelt enkele tientallen jaren nou voor gezien vanuit het perspectief van acht of negen eeuwen. En zo lang moeten we al terug gaan in de tijd dat er Andringa’s over de Friese grond liepen.
Met Ype Brouwers, de genealoog die aan de wieg stond van ons familieverband, is een ontwikkeling in gang gezet die verder gaat dan het oorspronkelijke doel. Naast het speuren naar feiten uit het verleden is ook het heden, de onderlinge band, de familiebetrekkingen, een wezenlijk onderdeel van onze familieclub geworden. En wat is er mooier dan een hechte familie?
In mijn tak, de NB, kom ik goed aan mijn trekken. Met zeven broers en drie zusters bestaat een behoorlijk hechte band. Zelfs zo dat elke twee jaar een familiereünie wordt georganiseerd, waar de ongeveer tachtig familieleden een weekend bij elkaar komen. Ik weet dat er andere Andringa takken zijn die eveneens reünies organiseren.
Wij, het Andringa Stichting bestuur, organiseren elke vier jaar eveneens een familiedag, die we aanduiden met reünie, een bijeenkomst voor iedereen met de naam Andringa. Het doel van die reünie is om dwarsverbanden tussen de respectievelijke families te leggen, mogelijkheden te bieden om contacten te leggen en op de hoogte gebracht te worden over het reilen en zeilen van de stichting.
Nieuwe ontdekkingen van Ype Brouwers kunnen worden gepresenteerd. Weten wie je voorouders geweest zijn, van wie je afstamt, blijft velen boeien. En mij ook. Met de digitalisering van de wereld zijn er nieuwe mogelijkheden ontstaan voor stichtingen als de onze. Archieven zijn toegankelijker dan ooit, documenten, foto’s, kunstwerken, boeken, aktes, etc. kunnen met internet worden opgespoord.
Ik wil daar nog graag aan toevoegen dat er nog een groot familieterrein braak ligt: namelijk familieverhalen. In iedere familietak bestaan anekdotes, speciale taal, bijzondere of gewone gebeurtenissen die het waard zijn om opgetekend te worden. Van harte hoop ik dat er ooit een scribent opstaat om dat werk op te pakken. Een mooie taak. Mijn moeder zaliger zei dikwijls “er moet wat te wensen overblijven”. En daar ben ik het van harte mee eens. Dat laat onverlet dat de verhalen van nu en toen morgen al interessante geschiedenis kan zijn. Werk aan de winkel van de familiegeschiedenis en het onderhoud van de onderlinge familiebanden zal nog lang aandacht blijven vragen.
Herman Andringa